‘Onze angst voor het virus geeft de staat te veel ruimte’
Cultuurfilosoof Ad Verbrugge waarschuwt tegen de komst van een ‘intensieve menshouderij’, die de samenleving onderwerpt aan steeds nieuwe test- en vaccinatiecycli.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data67949200-78b46e.jpg)
“De babyboomers flikken het ’m weer! In de jaren zestig bepaalden ze met hun rebellie de stemming. Nu doen ze dat met angstigheid.”
Hier de link naar het artikel in NRC d.d. 28 februari 2021: https://www.nrc.nl/nieuws/2021/02/28/onze-angst-voor-het-virus-geeft-de-staat-te-veel-ruimte-a4033649
Op 2 maart 2021 verscheen echter het volgende bericht van Ad Verbrugge op LinkedIn:
De ontoelaatbare ingreep van de wetenschapsredactie van NRC Handelsblad
- Gepubliceerd op 2 maart 2021
“De publicatie van het NRC-interview dat Kees Versteegh mij heeft afgenomen heeft gisteren een tamelijk surrealistische wending gekregen. Enkele dagen daarvoor was mij al duidelijk geworden dat Versteegh ten aanzien van twee tekstpassages die betrekking hadden op ‘vaccineren’ op weerstand stuitte van de kant van de wetenschapsredactie. Op zijn verzoek heb ik hem wat extra informatie toegestuurd en de kwestie verder maar even gelaten voor wat hij was. Zo belangrijk leek het nu ook weer niet.
Op maandagochtend belde hij mij plotseling op met de mededeling dat ook verscheidene andere passages uit het interview zouden worden geschrapt, en wel met het argument dat de wetenschappelijke onderbouwing daarvoor zou ontbreken. Bovendien gaf Versteeg mij ook nog te verstaan dat deze beslissing van de redactie nota bene bij het interview zou worden geplaatst.
Ik heb Versteegh onmiddellijk laten weten dat ik deze gang van zaken volstrekt onaanvaardbaar achtte en bovendien in strijd met de beginselen van fatsoenlijke journalistiek. Wie is de redactie dat zij zich een dergelijk recht voorbehoudt? Van tevoren was afgesproken dat ik mijn goedkeuring moest geven aan de gehele tekst van het interview. Dan blijkt dat er zonder mijn toestemming cruciale passages geschrapt zijn. En zonder dat ik maar in de gelegenheid word gesteld om mij te verweren – door bijvoorbeeld bronnen aan te leveren voor mijn beweringen (die overigens voor het merendeel ook bij een wetenschapsredactie als bekend mogen worden voorondersteld) –, wordt met de kwalificatie ‘niet wetenschappelijk onderbouwd’ mijn goede naam bezoedeld. Maar veel erger nog, de wetenschap zelf wordt hier geweld aangedaan. Ik heb Versteegh dan ook laten weten dat ik het hier niet bij zou laten zitten.
Dinsdagochtend werd ik gelukkig al gebeld door NRC-Ombudsman Sjoerd de Jong die inmiddels intern ook al wat onderzoek had gedaan naar de kwestie. Hij bevestigde dat deze gang van zaken niet door de beugel kon en dat hij daar snel op terug zou komen. Ik ga er vooralsnog vanuit dat het zelfcorrigerend vermogen van de krant in dit geval sterk genoeg is. Maar mijn grote zorg met betrekking tot de rol van de media – zeker ook waar het gaat om de berichtgeving rond COVID-19 – is er helaas niet minder om geworden. Het is ook precies deze zorg over de huidige kwaliteit van het publieke debat die mede ten grondslag ligt aan de oprichting van De Nieuwe Wereld, samen met Paul van Liempt.
Toen Kees Versteegh mij eind vorige week benaderde met het verzoek om nadere onderbouwing van twee beweringen was ik al enigszins verbaasd over de genre-verwarring die er kennelijk bestaat bij de redactie. Mij is immers gevraagd een interview te geven voor een krant, niet om een wetenschappelijke publicatie aan te leveren. De krant zelf lijkt een beetje het karakter van haar eigen medium uit het oog te verliezen – of heeft andere bedoelingen. Maar goed, waar het bijvoorbeeld ging om de verminderde aansprakelijkheid van farmaceutische bedrijven heb ik Versteegh nog dezelfde dag verscheidene bronnen aangeleverd. Dat volstond kennelijk niet. Maandag bleek bovendien dat er nog meer geschrapt moesten worden: passages die niet eerder ter discussie waren gesteld.
Het is zonneklaar dat er door de wetenschapsredactie gelegenheidsargumenten zijn gebruikt om sommige van mijn uitspraken niet te hoeven publiceren. Daarnaast lijkt deze redactie erop uit te zijn mij in diskrediet te brengen. Dat heeft met een ware wetenschappelijke houding en het stimuleren van het open gesprek bitter weinig van doen, eerder getuigt het van gekleurde berichtgeving en het activistisch doorvoeren van een bepaalde agenda.
Ook viel mij op dat de redactie kennelijk niet op de hoogte is van elementaire wetenschapsfilosofische begrippen, zoals wat onder een ‘wetenschappelijke onderbouwing’ wordt verstaan. Waar het gaat om recent onderzoek is binnen de empirische wetenschap hooguit een bepaalde mate van zekerheid bereikbaar op basis van voorlopige onderzoeksresultaten. De generalisaties die op basis daarvan worden gemaakt en de conclusies die daaraan worden verbonden, moeten juist nader worden onderzocht en getoetst. Zo wordt vooruitgang geboekt in de wetenschap. Dat geldt zeker ook voor de medische wetenschap.
Het onderzoek rond COVID-19 en de vaccinaties is nog in volle gang. Het miskennen van een dergelijke situatie schept misplaatste verwachtingen ten aanzien van de medische wetenschap én helaas ook ten aanzien van maatregelen die op grond daarvan worden gerechtvaardigd. Ook waar het gaat om de effecten van vaccinaties blijft onderzoek geboden; en dat onderzoek vindt ook nog steeds plaats. Helaas neigt een technocratische mentaliteit – waarin men vaak op zoek is naar snelle simpele oplossingen – tot een overspannen druk op wetenschap ‘om te leveren.’ Het is nu juist die mentaliteit die ik in mijn artikel aan de orde stel en die ik een regelrechte bedreiging acht voor de toekomst van de wetenschap en onze maatschappij.
Als dus wetenschap en maatschappij ons lief zijn – en ik mag hopen dat dit ook voor NRC–Handelsblad geldt – dan dienen we juist het open wetenschappelijke en maatschappelijke gesprek te koesteren. Graag zal ik daarom samen met mijn collega Sam Brokken binnenkort een artikel aanleveren, waarin we – met verwijzing naar de huidige stand van zaken in het onderzoek – een aantal bedenkingen presenteren met betrekking tot het massaal vaccineren van mensen die geen direct risico lopen waar het gaat om COVID-19.
Tot slot, Kees Versteegh zat duidelijk in zijn maag met de hele gang van zaken. Dat siert hem. Laat dus vooral NRC-Handelsblad lering trekken uit deze misplaatste ingreep van zijn wetenschapsredactie; een lesje wetenschapsfilosofie kan trouwens ook geen kwaad.”